Voorzichtig tilt ze langzaam het ratenraam uit de bijenkast, terwijl de fluweelachtige insecten om haar wijselijk in handschoenen verpakte handen heen zoemen. We hebben geluk: de bijenkoningin blijkt toevallig net op dit raam te zitten. Nou ja, zitten; ze beweegt zich voort tussen een ontelbaar aantal om haar heen krioelende werkbijen en darren (mannetjesbijen). In de bijenkast draait alles letterlijk en figuurlijk om haar. Om haar en haar volk in leven te houden maken de bijen honing. En die lusten wij ook wel!
Anne-Marie de Kok uit Nieuwvliet werd drie jaar geleden imker. “Ik zat hier in de tuin en zag een heleboel bijen vliegen rondom de houten aftimmering van ons dak. Het bleken speurbijen die op zoek waren naar een geschikte nestplek. Ik ben erover gaan lezen, want ik vond het interessant. Toen in september een imkerscursus van de imkervereniging Oostburg startte in Hoofdplaat ben ik die gaan volgen.” Een leuk toeval dat ze hierdoor in contact kwam met een leraar van haar lagereschooltijd. Hij zorgde voor haar eerste bijenvolken.
Momenteel heeft Anne-Marie vijf bijenkasten in haar tuin. Daar is ze het jaar rond mee bezig. In de winter onderhoudt ze haar materiaal en zet ze de raatramen in elkaar die in het zomerseizoen door de koningin belegd worden met eitjes en door de werkbijen gevuld worden met nectar en stuifmeel. De kasten zelf laat ze in de periode vanaf half september met rust. “Elk voorjaar is het spannend wat er nog over is van de bijenvolken”, vertelt ze. Bijen zijn kwetsbaar en het komt nogal eens voor dat een volk de winter niet overleeft. “Er moet genoeg honing in de kast achterblijven, zo’n tien, twaalf kilo.” Anne-Marie heeft er bewust voor gekozen de kast af te dekken met een glasplaat. “Bijen kunnen niet tegen kou. We openen in de lente de kasten pas als het buiten boven vijftien graden is. Met een glasplaat kun je in de winter toch even onder de deksel spieken om een idee te hebben hoe het ervoor staat.” In de zomerperiode controleert Anne-Marie wekelijks de kasten, vult ze ramen aan en houdt ze nauwlettend alle bewegingen van de bijen in de gaten. Gaan de bijen onverhoopt zwermen, dan is ze er direct bij om ze te vangen. Er kan twee keer geoogst worden: na de voorjaarsbloei en aan het eind van de zomer.
Voor Anne-Marie blijft imkeren een hobby. “Ik ben gefascineerd door die beestjes. Ik heb niet het doel om twintig kasten neer te zetten. De balans in het ecosysteem moet met mijn kasten niet verstoord worden. Het is niet de bedoeling dat mijn honingbijen de wilde bijen verjagen.” Wat vindt ze zo leuk aan het houden van bijen? “Het complexe van zo’n volk, te zien hoe die bijen allemaal samenwerken, dat vind ik mooi. De voldoening als het lukt er op tijd bij te zijn als de bijen willen gaan zwermen. En iets oogsten recht uit de natuur.”
Hobby. Of in het Zeeuws-Vlaams: hob-bie
De honing oogsten is nog een heel karwei. De honingramen worden met beleid uit de kast gehaald. Dat speciale imkerspak is dan helemaal nodig! Na het verwijderen van de wasdekseltjes waarmee de bijen de rijpe honing hebben afgedekt, slingert Anne-Marie de honing met de honingslinger uit de raten. Dan wordt de honing nog een paar keer gezeefd. Anne-Marie heeft dit voorjaar 20 kilo honing geoogst. Wat deze zomer brengt, daar moeten we nog een paar maanden op wachten.
Honing is een echte superfood die heilzaam is voor je weerstand en allergische reacties op pollen kan verminderen. Daarvoor moet je dan wel naar de lokale imker, want die honing bevat pollen en bacteriën uit jouw leefomgeving. Imkershoning wordt niet verhit, zoals wel vaak het geval is met honing uit de supermarkt. De bouwstoffen in honing verdwijnen als deze hoger dan veertig graden verhit wordt. Laat je thee, havermoutpap of andere warme gerecht of drankje dus eerst even afkoelen voor je er echte imkershoning in doet!
Gepubliceerd in Via Vivo Magazine, editie 40, juli 2022